afb.
Tussen Hinthamerstraat 204 en 206 bevindt zich een zijsteegje met de naam Achter het Schaapshoofd. Een schaapshoofd was de Bossche betiteling van een simpel iemand. Het steegje is genoemd naar het hoekpand 't Schaapshoofd, Hinthamerstraat 206. Dit 'gangske' stond vroeger in verbinding met de in 1929 gedempte tak van de Binnendieze, de Doode Stroom. Deze tak was de oude, natuurlijke bedding van de rivier De Aa, die bij de voormalige waterpoort De Kleine Hekel (ter hoogte van Sluis 0) de stad binnenkwam en vanaf de Schilderstraat verder samenliep met de Groote Stroom. Tegenwoordig staan overdag in het steegje tientallen fietsen van de fietshandel van Van Hassel, die 's avonds allemaal in de werkplaats geplaatst moeten worden. Vroeger hebben in Achter het Schaapshoofd voornamelijk paardenstallen gezeten; met zand en kleine IJsselsteentjes op de vloer. Ongeveer dertig jaar geleden zijn de stallen gesloopt. In latere jaren is een gedeelte van het steegje volgebouwd met woonhuizen. Achterin lag sociëteit De Palmhof, waarvan een lid van de bekende familie Sweens in 1795 als rentmeester optrad. De naam van de herenclub is afkomstig van het huis aan de Hinthamerstraat 212, met de naam De Palmboom, anno 1602. In dit pand was ooit Brabants oudste stoomkoffiebranderij gevestigd. Aan de gevel hangt een prachtig uithangbord 'In de Palmboom 1782'. Het familiebedrijf Sweens heeft er jarenlang een handel in koloniale waren gehad. Qua bouwperiode behoort Achter het Schaapshoofd tot het middeleeuwse stratenpatroon. Het steegje is bewoond en is vrij toegankelijk, het loopt dood op een vijftal gerenoveerde huizen. |
1926 | Verkocht aan G. F. van de Leeuw koperslager. |
1881 | L. van den Burg (commies-verificateur bij 's rijks belastingen) |
5211 MC 7..15
1909 : aan één zijde bebouwd 1..1